GezinsPlatform.NL



Reactie GezinsPlatform op minister Kuipers

gepubliceerd: vrijdag, 8 juli 2022

In zijn ant­woor­den op Kamer­vra­gen over onze fol­der ‘Mam, pap, ik ben trans’ geeft minister Kuipers van Volksge­zond­heid aan dat het niet bij het kabinets­be­leid past als ouders zorg­vul­dig omgaan met moge­lijke gen­derdysforie bij hun kin­de­ren. “Ik ben dan ook bezorgd over het gegeven dat ouders door deze organi­sa­ties juist wor­den aange­moe­digd om terug­hou­dend te zijn in het serieus nemen, en daar­mee ac­cep­teren, van de gen­deri­den­ti­teit van hun kin­de­ren.”

Uit de ant­woor­den blijkt dat de minister slechts voor één over­tui­ging ruimte ziet: ouders moeten instemmen met de gevoelens van hun kin­de­ren en zij moeten hun gen­deri­den­ti­teit en gen­derexpressie ac­cep­teren.

Dat de fol­der adviserend is opge­steld om ouders van pubers aan te moe­digen liefde­vol een weg van onder­schei­ding met hun kind(eren) te gaan, ontgaat de minister blijk­baar volle­dig. Hij wil dat ouders de gevoelens van hun pubers als objectieve waar­heid be­schou­wen en daarbij bio­lo­gie, weten­schap en goed ouder­schap opzij zetten. Hij ziet dus liever dat ouders hun kin­de­ren juist helpen om levenslange pa­tiën­ten te wor­den, moge­lijke operaties op een gezond lichaam te onder­gaan (van het afzetten van borsten tot het verwij­de­ren van de eigen geslachtorganen en construeren van namaak geslachtorganen van de andere sekse) en dat alles met een zo goed als 100% risico op onvrucht­baar­heid. En dan gaat het alleen nog maar over de fysieke kant van een transitie.

Blinde vlek

Gezins­Plat­form vindt het niet alleen zorgwekkend maar ronduit schokkend dat zorg­mi­nister Kuipers, die ook spreekt namens minister Dijk­graaf van Onder­wijs, Cultuur en Weten­schap, een voorzich­tige bena­dering van de praktijk van trans­gen­derisme uitsluit. Deze blinde vlek kent bijna geen grenzen: in zijn ant­woor­den is er geen ruimte voor het feit dat pubers in Neder­land niet kunnen beslissen over medische be­han­de­lingen; het brein van een puber nog onvolgroeid is en de levenslange ingrijpende en scha­de­lijke gevolgen van een transitie niet goed kan inschatten; bekend is dat tot 80% over deze gevoelens van gen­derdysforie heen groeit; gen­derklinieken in Neder­land en in het bui­ten­land zich zorgen maken over de enorme stij­ging van gen­derdysforie onder kin­de­ren; men in diverse lan­den is afgestapt van het toedienen van puber­teitsblokkers aan kin­de­ren onder de 18 omdat het als een groot, niet-onder­bouwd, medisch experi­ment is aangemerkt.

Het lijkt erop dat de ministers van VWS en OCW blin­de­lings de LHBTI-levens­be­schou­wing aan­han­gen. Zo neemt de minister klakkeloos de foutieve aannames over uit de Kamer­vra­gen van Sylvana Simons: termen als desin­for­ma­tie en nepnieuws wor­den moei­teloos op de fol­der geplakt. Gezins­Plat­form.NL wordt een chris­te­lijke organi­sa­tie genoemd en dat feit wordt bij enkele vragen betrokken. De fol­der is uit­slui­tend adviserend en nergens in de statuten of in de uitingen van Gezins­Plat­form.NL staat dat het een chris­te­lijke of an­ders­zins reli­gi­euze organi­sa­tie is. Dat vooral chris­te­lijke organi­sa­ties zich aan­ge­spro­ken voelen door Gezins­Plat­form.NL, maakt de stich­ting nog niet reli­gi­eus. Ie­der­een die vindt dat het gezin steun verdient, kan zich bij het Gezins­Plat­form aan­slui­ten.

Uiter­aard staan wij open voor een gesprek met de minister.

Minister Kuipers rea­geert

Minister Ernst Kuipers
Minister Ernst Kuipers (foto: Vysotsky)

In maart 2022 bracht Gezins­Plat­form Neder­land samen met de feminis­tische organi­sa­tie Voorzij de fol­der ‘Mam, pap, ik ben trans’ uit. Op 23 mei stelde Tweede Kamerlid Sylvana Simons van Bij1 Kamer­vra­gen over wat zij noemt de “antitrans­gen­derflyer”. Deze week ant­woordde minister Ernst Kuipers van Volksge­zond­heid, Welzijn en Sport (VWS), die aangeeft ook namens zijn D66-collegaminister Robbert Dijk­graaf van Onder­wijs, Cultuur en Weten­schap (OCW) te rea­geren. Met het be­ant­woor­den van de – welis­waar sug­ges­tieve en op foutieve aannames gebaseerde - schrifte­lijke Kamer­vra­gen van Bij1-Kamerlid Sylvana Simons is dui­de­lijk gewor­den dat onze ministers het ouders niet toe­ver­trou­wen om behoed­zaam om te gaan met de moge­lijke gen­derdysforie van hun kind.

Hier­on­der de vragen van kamerlid Simons
Daar­on­der (cursief) de ant­woor­den van minister Ernst Kuipers

Downloads en info

1. Bent u bekend met de flyer ‘Pap, mam, ik ben trans’ van het chris­te­lijke platform Gezins­Plat­form.NL en anti-trans­orga­ni­sa­tie Voorzij?
­ 
Ik ben bekend met de be­tref­fen­de flyer.
­ 
2. Wat is uw oor­deel over de inhoud van de flyer, die volgens de schrijvers ouders moet adviseren ‘om niet te snel mee te gaan in de gedachte van hun kind als het zegt trans­gen­der te zijn’?
3. Wat is uw oor­deel over frases als ‘Een man kan geen vrouw wor­den en een vrouw geen man’, een direct citaat uit de flyer?
­ 
Deze flyers en de adviezen die daarin wor­den gegeven, geven dui­de­lijk aan dat we ons moeten blijven inzetten voor gelijke rechten voor ieder individu, ongeacht iemands geslachts­ken­merken, seksuele gericht­heid, gen­deri­den­ti­teit of gen­derexpressie.
De invloed van ouders op het wel­zijn en de ge­zond­heid van trans­gen­der jon­ge­ren is groot. Zo blijkt uit onder­zoek van Movisie (2018) dat gedachten aan zelfdo­ding en angst en depressie onder trans­gen­der personen significant afnemen wanneer zij steun van hun ouders ervaren voor hun gen­deri­den­ti­teit en gen­derexpressie. Het advies in de flyer aan ouders ‘om niet te snel mee te gaan in de gedachte van hun kind als het zegt trans­gen­der te zijn’ of ‘met ver­an­de­ring van voor­naamwoor­den’, en de uit­spraak ‘Een man kan geen vrouw wor­den en een vrouw geen man’, kunnen dan ook grote gevolgen hebben voor het wel­zijn en de ge­zond­heid van trans­gen­der kin­de­ren en jon­ge­ren. Ik ben dan ook bezorgd over de gevolgen van de adviezen die door deze organi­sa­ties aan ouders wor­den gegeven.
­ 
4. Klopt het dat deze flyer verkrijg­baar is via GGD's, huisartsen­prak­tijken en apo­the­ken, zoals vermeld in het Re­for­ma­to­risch Dagblad?
­ 
Ik heb naar aan­lei­ding van deze Kamer­vra­gen contact opgeno­men met de Lande­lijke Huisartsen Vereni­ging (LHV), GGD GHOR Neder­land en de Ko­nin­klij­ke Neder­landse Maat­schap­pij ter be­vor­de­ring der Pharmacie (KNMP).
De LHV heeft mij laten weten niet bekend te zijn met de fol­der en ook niet achter de inhoud te staan. De LHV is niet bekend met huisartsen die deze fol­der ver­sprei­den of in de wacht­ka­mer hebben liggen. Ook de KNMP heeft mij laten weten niet het beeld te hebben dat de be­tref­fen­de flyer wijd verspreid wordt via apo­the­ken. Van GGD GHOR Neder­land heb ik begrepen dat GGD’en deze fol­der niet actief aanbie­den en dit ook niet zullen doen. GGD GHOR Neder­land kan niet garan­de­ren dat deze fol­der op geen enkele locatie van een van de GGD’en ligt, maar de pro­fes­sio­nals zijn op de hoogte van het beleid en extra alert door de vragen die GGD GHOR Neder­land hierover heeft gesteld.
­ 
5. Deelt u de mening dat flyers, afkoms­tig van poli­tieke platforms die zich niet berusten op medische dan wel psycho­lo­gische expertise, geen plek mogen hebben bij zorgin­stel­lingen als GGD’s, huisartsen­prak­tijken en apo­the­ken?
­ 
Het is de pro­fes­sio­nele verant­woor­de­lijk­heid van zorgverleners om te beslissen over het ver­strek­ken van in­for­ma­tie (via bij­voor­beeld fol­ders of beeldschermen) in hun eigen praktijk, zo lang dit niet in strijd is met de wet- en regel­ge­ving en gel­dende richt­lij­nen. Ik ga er graag vanuit dat zij zich daarbij bewust zijn van het belang van het ver­strek­ken van betrouw­ba­re in­for­ma­tie, en van de impact die het heeft als een flyer via een zorgin­stel­ling be­schik­baar wordt gesteld.
De KNMP geeft aan dat apothekers zich verant­woor­de­lijk voelen voor het ver­strek­ken van betrouw­ba­re in­for­ma­tie, omdat zij hechten aan de goede pro­fes­sio­nele relatie met de patiënt. Zij hebben een in­di­vi­dueel beleid ten aanzien van het ver­sprei­den van in­for­ma­tie via de apo­theek. Er zijn apo­the­ken die daar zeer terug­hou­dend in zijn, maar ook apo­the­ken die ruimer in­for­ma­tie van der­den ver­strek­ken. Als apo­the­ken in­for­ma­tie­ma­te­riaal van der­den ver­strek­ken, toetsen apothekers of die in­for­ma­tie via de apo­theek verspreid kan wor­den. De meeste apo­the­ken beperken zich tot het aanbie­den van patiëntin­for­ma­tie van de KNMP en/of hun formule of keten, aldus de KNMP. Op Apotheek.nl staat ook in­for­ma­tie over gen­derdysforie.
GGD GHOR Neder­land heeft mij laten weten dat de GGD een neutrale partij is en geen fol­ders met een poli­tieke/reli­gi­eus/com­mer­cieel gekleurde bood­schap verspreidt. De in­for­ma­tie die de GGD verstrekt wordt gebaseerd op weten­schap­pe­lijke en pro­fes­sio­nele kennis van bij­voor­beeld het RIVM, Rutgers en Soa Aids Neder­land. GGD’en hebben mede daarom ook bij­ge­dragen aan de ont­wik­ke­ling van de online trai­ning ‘Jong en trans­gen­der’ van Movisie en sti­mu­leren het eigen personeel deze trai­ning ook te volgen. Het gesprek met ouders die worstelen (bij­voor­beeld van­wege religie) met hoe te rea­geren op gen­der­vra­gen van hun kind, zou zeker plaats kunnen hebben bij GGD’en, aldus GGD GHOR Neder­land.
GGD GHOR Neder­land is ver­der van oor­deel dat de inhoud van deze flyer niet overeen­komt met medische, psycho­lo­gische en weten­schap­pe­lijke stand­pun­ten en niet bij de inclusieve aanpak past. Zij geven aan dat het aanbie­den van dit soort in­for­ma­tie scha­de­lijk kan zijn aangezien gevoelens van jon­ge­ren hiermee niet serieus wor­den geno­men en er foutieve in­for­ma­tie wordt verstrekt. Ook de LHV heeft mij laten weten niet achter de inhoud van deze flyer te staan.
­ 
6. Op welke manier rijmt, in uw mening, ener­zijds de aan­moe­di­ging van deze organi­sa­ties aan ouders om terug­hou­dend te zijn in het serieus nemen van de gen­deri­den­ti­teit van hun kin­de­ren, met de ander­zijds alge­meen geac­cep­teerde ambitie om de emanci­patie van LHBTQIA+ personen te verbe­te­ren?
­ 
Dit kabinet vindt het be­lang­rijk dat ieder kind en iedere jon­gere zich in vrij­heid en vei­lig­heid kan ont­wik­ke­len. Dat is waar het kabinet zich voor in wil zetten. De adviezen die in de flyers aan ouders wor­den gegeven passen daar niet bij. Onder­zoek wijst uit dat de invloed van ouders op het wel­zijn en de ge­zond­heid van trans­gen­der jon­ge­ren groot is. Ik ben dan ook bezorgd over het gegeven dat ouders door deze organi­sa­ties juist wor­den aange­moe­digd om terug­hou­dend te zijn in het serieus nemen, en daar­mee ac­cep­teren, van de gen­deri­den­ti­teit van hun kin­de­ren. Immers, de per­soon­lijke ont­wik­ke­ling van kin­de­ren en jon­ge­ren mag niet wor­den geschaad door opvat­tingen die hun gen­deri­den­ti­teit op impliciete of expliciete wijze in twijfel proberen te trekken. Hun per­soon­lijke ont­wik­ke­ling zou juist in vei­lig­heid en vrij­heid moeten kunnen plaats­vin­den.
­ 
7. Wat is volgens u de po­ten­tiële impact van een derge­lijke flyer op jonge trans­personen, bij­voor­beeld uit chris­te­lijke milieus, die moeite hebben om uit de kast te komen?
­ 
Uit onder­zoek van Movisie blijkt dat trans­gen­der jon­ge­ren maar liefst tien keer vaker een suïcidepo­ging doen dan cisgen­der jon­ge­ren. Gedachten aan zelfdo­ding en angst en depressie onder trans­gen­der personen nemen echter significant af wanneer zij steun van hun ouders ervaren voor hun gen­deri­den­ti­teit en gen­derexpressie. De invloed van ouders op het welbevin­den en de mentale ge­zond­heid van trans­gen­der jon­ge­ren of jon­ge­ren die vragen hebben over hun gen­deri­den­ti­teit is dan ook groot. Daarom baart het me zorgen dat ouders in deze flyer wor­den aange­moe­digd om terug­hou­dend te zijn in het serieus nemen, en daar­mee ac­cep­teren, van de gen­deri­den­ti­teit van hun kin­de­ren. De po­ten­tiële impact van een derge­lijke flyer is, zoals uit het voor­gaande blijkt, groot.
­ 
8. Hoe bent u van plan om het voor trans­personen in deze chris­te­lijke milieus veili­ger te maken voor trans­personen zich­zelf te zijn?
­ 
Om ook binnen geloofs­ge­meen­schappen te bevor­de­ren dat ieder kind en iedere jon­gere de ruimte krijgt om zich­zelf te kunnen zijn, onder­steunt de minister van OCW onder meer het project ‘Stil verdriet’ van Theater AanZ, de chris­te­lijke alliantie LCC+ en Stich­ting School en Vei­lig­heid. In samen­wer­king met onder andere pro­tes­tant-chris­te­lijke scholen heeft Theater Aanz een voor­stel­ling ont­wik­keld over seksuele en gen­derdiver­si­teit binnen het chris­te­lijk geloof. Bij de voor­stel­ling wordt na afloop een gesprek gevoerd over deze thema’s in de klas. Ook is er een trai­ning voor de docenten van de school waar de voor­stel­ling wordt gegeven. Daar­naast onder­steunt de minister van OCW de Gender and Sexuality Alliances (GSA’s). De GSA’s zijn een bewezen ef­fec­tieve interventie die zorgt voor een sociaal veili­ger klimaat op school. Met steun van het COC wor­den door de GSA’s ver­schil­lende ac­ti­vi­teiten geor­ga­ni­seerd, waar­on­der Paarse Vrij­dag. Door elk jaar op de 2e vrij­dag in de­cem­ber de school paars te kleuren, zet de GSA zich in voor seksuele- en gen­derdiver­si­teit als norm. Sinds 2021 wordt Paarse Vrij­dag ook in het primair en hoger onder­wijs gevierd.
Verder heeft het COC zich in de afgelopen jaren ingezet om door middel van gerichte interventies in onder andere chris­te­lijke ge­meen­schappen te onder­steunen bij on­der­lin­ge ont­moe­tingen, en voor het bespreek­baar maken van omge­vingsfactoren die van invloed zijn op het emanci­patie­pro­ces van onder andere trans­gen­der personen.
Daar­naast onder­steunt de minister van OCW de alliantie ‘Gedeelde Trots, Gedeeld Geluk’, waar­bin­nen Trans­gen­der Netwerk Neder­land zich onder andere inzet voor trans­gen­der­vrien­de­lijk onder­wijs om de vei­lig­heid en vrij­heid van trans­gen­der jon­ge­ren in het onder­wijs te bevor­de­ren.
­ 
9. Bent u bereid u in te spannen tegen pogingen van anti-LHBTI-organi­sa­ties om middels poli­tieke flyers bij zorgin­stel­lingen de LHBTI-emanci­patie tegen te hou­den? Zo ja, hoe zou u dat willen doen? Zo nee, waarom niet?
10. Bent u bereid u in te spannen tegen deze spe­ci­fie­ke flyer en deze te laten verwij­de­ren uit GGD’s, huisartsen­prak­tijken en/of apo­the­ken? Zo ja, hoe zou u dat willen doen? Zo nee, waarom niet?
­ 
Zoals ik in mijn ant­woord op vraag 5 heb aange­ge­ven is het de pro­fes­sio­nele verant­woor­de­lijk­heid van zorgverleners om te beslissen over het ver­strek­ken van in­for­ma­tie (via bij­voor­beeld fol­ders of beeldschermen) in hun praktijk, zo lang dit niet in strijd is met de wet- en regel­ge­ving. Ik heb hier geen rol in. Dat neemt niet weg dat wij als kabinet via allerlei andere wegen vol inzetten op het bevor­de­ren van de emanci­patie en accep­ta­tie van trans­gen­der personen. In dat kader is het ook van belang dat de kennis van zorgverleners over trans­gen­der­the­matiek en trans­gen­der personen toeneemt. In dat kader heb ik recent bij­voor­beeld opdracht gegeven aan de kwar­tiermaker trans­gen­der­zorg om webinars te or­ga­ni­se­ren voor de nascholing van huisartsen, en heb ik opdracht aan Trans­vi­sie en TNN verstrekt voor onder­zoek naar de inzet van erva­ringsdes­kun­digen binnen de trans­gen­der­zorg.
­ 
11. Zijn er, in navol­ging van de Con­fe­ren­tie tegen Transfobie, plannen om bre­der de strijd aan te gaan met transfobe-desin­for­ma­tie? Zo nee, bent u bereid derge­lijke plannen te maken?
­ 
Sinds 2019 is er een door het ministerie van BZK ge­coör­di­neerd kabinetsbreed beleid om desin­for­ma­tie aan te pakken . Het kabinet zet hier­voor in de eerste plaats in op preventie. Zo steunen de ministers van BZK en OCW het Netwerk Media­wijs­heid om ini­tia­tie­ven te ontplooien voor het ver­der bevor­de­ren van media­wijs­heid onder (jong)vol­was­se­nen in het kader van desin­for­ma­tie/nepnieuws. Het uitgangs­punt van het desin­for­ma­tie­be­leid is dat mensen zelf in staat moeten zijn om in­for­ma­tie op waarde te schatten. Ik vind het be­lang­rijk dat kin­de­ren en jon­ge­ren zelf keuzes kunnen maken over wie zij willen zijn en daarbij toegang hebben tot kloppende, objectieve en onder­bouwde in­for­ma­tie. In dat kader ben ik blij dat bij­voor­beeld de apo­the­ken via Apotheek.nl in­for­ma­tie over gen­derdysforie aanbie­den, en dat het personeel van GGD’en wordt ge­sti­mu­leerd de online trai­ning ‘Jong en trans­gen­der’ van Movisie te volgen zodat zij hun cliënten hierin goed kunnen be­ge­lei­den (zie ook mijn ant­woord op vraag 5). Verder fi­nan­cier ik bij­voor­beeld Gender­praatjes, een chatservice voor jon­ge­ren en jong­vol­was­se­nen die vragen hebben rondom gen­der en gen­deri­den­ti­teit. Ook onder­steunt de minister van OCW de Stich­ting School & Vei­lig­heid en hun online platform Gendi (voor­heen ‘Gay&School’), dat in­for­ma­tie biedt aan schoolpro­fes­sio­nals om te werken aan een sociaal veilige omge­ving voor gen­der- en seksuele diver­si­teit. De minister en staats­secre­taris van BZK zullen uw Kamer in het najaar nader in­for­meren over de Rijksbrede aanpak van desin­for­ma­tie.




Gerelateerde nieuwsberichten

donderdag, 18 augustus 2022De blinde vlek van minister Kuipers
donderdag, 23 december 2021Het regeerakkoord heeft geen fundament
dinsdag, 6 juli 2021Geslachtsregistratie geboorteakte
maandag, 15 maart 2021SGP Verkiezingsspecial besteedt aandacht aan GezinsPlatform
zondag, 28 februari 2021Gezinskieswijzer
donderdag, 4 februari 2021Consultatieronde Kinderbijslagwet